Som ineens: geldbedrag voor de zorg voor een kind tot 21 jaar

als een ouder overlijdt, heeft een kind vaak recht op een som ineens
 Als een ouder is overleden, dan heeft een kind in veel situaties recht op een ‘som ineens’. Maar deze wettelijke regeling is niet erg bekend.

Het gaat hierbij om een geldbedrag voor de kosten van de verzorging en opvoeding van het kind totdat het 18 jaar wordt. Daarnaast kan het kind aanspraak maken op een geldbedrag voor levensonderhoud en studie in de periode van zijn 18e tot zijn 21e levensjaar. De achtergrond van deze wettelijke regeling is dat een ouder verplicht is om voor zijn of haar kind te zorgen totdat het 21 jaar is. Dit recht kan in een testament niet opzijgezet worden. Dit recht gaat vóór het recht op een legitieme portie.

In de wet staat dat een kind aanspraak kan maken op een som ineens ‘voor zover deze nodig is’. Wat houdt ‘voor zover nodig’ eigenlijk in? Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat er aan drie situaties werd gedacht:

  1. Het kind heeft beide ouders verloren en leeft niet in gezinsverband met een stiefouder die tot onderhoud in staat of bereid is.
  2. Het kind groeit op in het gezin van de overlevende ouder die gescheiden is van de overleden ouder en die niet tot onderhoud in staat is.
  3. Het kind is een onwettig, niet-natuurlijk kind (een niet erkend kind dat aan kan tonen dat het biologisch afstamt van de ouder in kwestie, waardoor het kind erfgenaam wordt).
     

​Er is dan ook geen aanspraak op een som ineens wanneer de langstlevende ouder zelf in staat is om het kind te onderhouden. Maar een langstlevende ouder heeft niet altijd voldoende draagkracht.

Om aanspraak te kunnen maken moet wel een belangrijke termijn in de gaten worden gehouden. Want in de wet staat dat de mogelijkheid om aanspraak te maken op een som ineens vervalt, als je geen aanspraak maakt binnen een redelijke termijn die door een belanghebbende (bijvoorbeeld een erfgenaam) wordt gesteld, en uiterlijk binnen 9 maanden na het overlijden van de ouder. Daarna kan dit niet meer. Dat betekent dat er al vrij snel na het overlijden van de ouder actie moet worden ondernomen.

Als een kind minderjarig is, dan kan de langstlevende ouder namens dit kind (als zijn wettelijk vertegenwoordiger) een beroep doen op deze som ineens. Als een kind ten tijde van het overlijden van zijn ouder meerderjarig is, dan zal hij hiervoor zelf in actie moeten komen.

Er gelden nog enkele aanvullende voorwaarden:

  1. De som ineens mag niet meer dan 50% van de nalatenschap bedragen.
  2. Op de som ineens wordt in mindering gebracht wat het kind uit de erfenis of uit een verzekering ontvangt (want dan is er minder nodig).
     

Een voorbeeld van een uitspraak van een gerechtshof over een som ineens, vind je via deze link.

In deze procedure kende het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden aan de moeder (als wettelijke vertegenwoordigster) van een minderjarige dochter als som ineens een geldbedrag van €19.720,00 toe (er werd hierbij uitgegaan van een periode van 9 jaar en 8 maanden x €170,00 per maand). De erfgenamen van de overleden vader moesten dit bedrag aan de moeder betalen.



Verdieping op dit onderwerp

ERVEN* houdt zich aan alle Europese regels op het gebied van online privacy. Op onze website worden geen advertenties getoond. ERVEN* gebruikt wel cookies en scripts van Google om het gebruik van de website geanonimiseerd te analyseren. Zo kunnen we content op maat aanbieden en de effectiviteit verder verbeteren. Lees hier meer over ons cookiebeleid.

Terug naar vorige