Hertrouwen bij een wettelijke verdeling; wat gebeurt er dan met de nalatenschap?

wie krijgt het schilderij van vader?


Onlangs meldde zich bij mij in de praktijk een man, Peter, wiens vader enkele jaren geleden plotseling was overleden; hij had geen tijd gehad om een testament te laten opmaken. Peter vertelde dat zijn moeder binnenkort opnieuw zou trouwen. Graag wilde hij van mij weten wat dit zou betekenen voor zijn rechten op de nalatenschap van zijn vader.

Wanneer een overledene kinderen heeft, een partner (gehuwd of geregistreerd partnerschap) achterlaat en geen testament heeft opgemaakt, is op zijn of haar nalatenschap de ‘wettelijke verdeling’ van toepassing. Dat betekent dat de wet bepaalt dat de partner en de kinderen samen en voor gelijke delen de erfgenamen zijn, maar dat alle goederen en schulden van de overledene overgaan op de partner. De wettelijke verdeling beschermt daarmee de langstlevende partner tegenover de kinderen. De kinderen krijgen vervolgens een niet opeisbare geldvordering op de langstlevende partner ter grootte van hun erfdeel. Deze vordering wordt opeisbaar als de langstlevende partner komt te overlijden of indien de langstlevende partner in staat van faillissement is verklaard of de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard.

Wat nu, als de langstlevende ouder gaat hertrouwen of een partnerschap laat registreren en vervolgens komt te overlijden zonder dat hij of zij een testament heeft opgemaakt? In dat geval is opnieuw de wettelijke verdeling van toepassing: alle goederen en schulden van de nalatenschap gaan dan over op de nieuwe echtgenoot of partner (gemakshalve genoemd: stiefouder). Dus ook goederen die behoorden tot de nalatenschap van de eerst overleden ouder.

Peter vertelde mij dat een schilderij, dat altijd in zijn vaders werkkamer had gehangen en waaraan hij erg gehecht was geraakt, nu in zijn moeders bezit was. Hij maakte zich er zorgen over dat, wanneer ook zijn moeder zou komen te overlijden zonder testament, dit schilderij uiteindelijk bij zijn stiefvader terecht zou komen, terwijl hij het in dat geval graag zelf zou willen hebben.

Ik vertelde hem dat hij in dat geval zijn wilsrechten in kan zetten. Deze wilsrechten zijn aan de wettelijke verdeling toegevoegd om nabestaanden de mogelijkheid te bieden boedelgoederen, in het bijzonder ‘familiegoederen’ en goederen met een bepaalde emotionele waarde veilig te stellen en om de mogelijkheid te bieden zekerheid te verkrijgen met betrekking tot het voldoen van de vordering.

Er zijn vier wilsrechten: twee die zien op de goederen die behoren tot de nalatenschap van de eerst overleden ouder, en twee die zien op de goederen die behoren tot de nalatenschap van de langstlevende ouder:  

  1. Het wilsrecht bij het hertrouwen van de langstlevende ouder. Het kind kan dan vragen om de overdracht van goederen tot de hoogte van de geldvordering die het kind op de langstlevende heeft. De ouder heeft recht op het vruchtgebruik van de goederen. Met andere woorden: het kind wordt eigenaar, maar de ouder mag het goed blijven gebruiken. Het schilderij zou hiervoor kunnen worden ingezet.
  1. Het wilsrecht bij het overlijden van de langstlevende, hertrouwde, ouder. Het overlijden van de langstlevende ouder heeft tot gevolg dat de vordering op deze ouder (in verband met het overlijden van de eerste ouder) opeisbaar is geworden. Het kind kan, ter voldoening van de vordering die hij heeft op de langstlevende ouder, de stiefouder verzoeken om goederen uit de nalatenschap in eigendom over te dragen.

De andere twee wilsrechten zien op de goederen die behoren tot de nalatenschap van de langstlevende ouder. Het kind krijgt als de wettelijke verdeling van toepassing is, een vordering op de langstlevende stiefouder. Het kind heeft twee mogelijkheden:

  1. Het wilsrecht bij het overlijden van de langstlevende ouder. Het kind kan de stiefouder vragen om de overdracht van goederen tot de hoogte van de geldvordering die het kind op de stiefouder heeft. De stiefouder heeft recht op het vruchtgebruik van de goederen. Met andere woorden: het kind wordt eigenaar, maar de stiefouder mag het goed blijven gebruiken.
  1. Het wilsrecht bij het overlijden van de stiefouder. Het overlijden van de stiefouder heeft tot gevolg dat de vordering op deze stiefouder (ontstaan door het overlijden van de langstlevende ouder) opeisbaar is geworden. Het kind kan, ter voldoening van de vordering de erfgenamen van de stiefouder verzoeken om goederen uit de nalatenschap in eigendom over te dragen.

Op deze manier kunnen bepaalde goederen uit de nalatenschap toch behouden blijven voor het kind.

Een ouder kan er overigens voor kiezen om in een testament de wilsrechten van de kinderen uit te sluiten of te beperken.

 



Verdieping op dit onderwerp

Contactformulier

mr. I.C.W.M. (Imke)  Gerrits

mr. I.C.W.M. (Imke) Gerrits

Werkzaam bij: Imke Gerrits Advocatuur en Mediation

Vul onderstaande gegevens in om uw vraag te stellen. Wij gaan zorgvuldig met uw persoonlijke gegevens om. Meer informatie hierover leest u in onze privacyverklaring.

ERVEN* houdt zich aan alle Europese regels op het gebied van online privacy. Op onze website worden geen advertenties getoond. ERVEN* gebruikt wel cookies en scripts van Google om het gebruik van de website geanonimiseerd te analyseren. Zo kunnen we content op maat aanbieden en de effectiviteit verder verbeteren. Lees hier meer over ons cookiebeleid.

Terug naar vorige