Is er recht op vruchtgebruik wanneer een kind aanspraak maakt op zijn/haar wilsrecht?

 Vruchtgebruik is, eenvoudig gezegd, het recht om gebruik te mogen maken van goederen waarvan je niet de eigenaar bent of het recht om de ‘vruchten’ (opbrengsten) te ontvangen van goederen waarvan je niet de eigenaar bent.

Vruchtgebruik na de wettelijke verdeling
De wet heeft de ‘wettelijke verdeling’ als uitgangspunt genomen. Dat betekent dat als een echtgenoot overlijdt zonder een testament op te maken, de volledige erfenis overgaat op zijn echtgenote. Deze echtgenote mag de hele erfenis naar eigen inzicht besteden. Zij mag ervan op vakantie gaan, het geld opmaken en besteden aan leuke dingen en zelfs weggeven.

En de kinderen dan?
De kinderen krijgen een vordering op de langstlevende echtgenote. Deze vordering wordt berekend op basis van hun erfdeel. Deze vordering is niet opeisbaar. Dat wil zeggen dat zij geen betaling kunnen afdwingen. Pas als de langstlevende echtgenote overlijdt wordt de vordering opeisbaar en moet deze worden betaald uit de nalatenschap. Maar dan moet er natuurlijk nog wel wat over zijn.

Als de langstlevende echtgenote ook de moeder van de kinderen is, levert de hiervoor geschetste situatie meestal niet zoveel problemen op. Dit wordt anders als:

  • De langstlevende echtgenote (de moeder) opnieuw in het huwelijk treedt.
  • De langstlevende echtgenote niet de moeder is, maar een ‘stiefmoeder’.

De wet bepaalt dat het kind in die gevallen aanspraak kan maken op de overdracht van goederen onder voorbehoud van vruchtgebruik.

Wat betekent dit concreet?
Voorbeeld 1;
De vader van Maarten is overleden zonder een testament op te maken. De erfenis is volgens de wettelijke verdeling overgegaan op zijn moeder Anja. Maarten verkrijgt een niet opeisbare vordering op zijn moeder. Laten we aannemen dat het gaat om een bedrag van € 40.000,00.

Op een dag besluit Anja opnieuw te gaan trouwen. Maarten kan nu zijn wilsrecht inroepen en van zijn moeder verlangen dat zij aan hem goederen overdraagt met een waarde van € 40.000,00. Daardoor wordt Maarten de eigenaar van deze goederen. Anja hoeft deze goederen niet daadwerkelijk af te geven. Zij heeft namelijk recht op het vruchtgebruik over deze goederen. Dat betekent dat zij de goederen mag blijven gebruiken tot haar overlijden. Zij mag de goederen waarop het vruchtgebruik rust niet verkopen of schenken aan anderen.

Voorbeeld 2: De moeder van Maarten, Anja, is gehuwd met Pieter (haar tweede echtgenoot en niet de vader van Maarten). Anja overlijdt. Na het overlijden van Anja treedt de wettelijke verdeling in werking omdat zij geen testament heeft opgemaakt. Dat heeft tot gevolg dat de erfenis van Anja overgaat op Pieter.  Maarten verkrijgt ‘slechts’ een niet opeisbare vordering op zijn stiefvader. Laten we aannemen dat het gaat om een bedrag van € 30.000,00.

Maarten kan nu zijn wilsrecht inroepen en van Pieter verlangen dat hij aan hem goederen overdraagt met een waarde van € 30.000,00. Daardoor wordt Maarten de eigenaar van deze goederen. Pieter hoeft deze goederen niet daadwerkelijk af te geven. Hij behoudt namelijk het vruchtgebruik over deze goederen. Dat betekent dat hij de goederen mag blijven gebruiken tot zijn overlijden, maar hij mag deze niet verkopen of schenken aan anderen.

Deze rechten van een kind tot overdracht van goederen ten behoeve van de vordering op de langstlevende ouder, worden wilsrechten genoemd.



Verdieping op dit onderwerp

ERVEN* houdt zich aan alle Europese regels op het gebied van online privacy. Op onze website worden geen advertenties getoond. ERVEN* gebruikt wel cookies en scripts van Google om het gebruik van de website geanonimiseerd te analyseren. Zo kunnen we content op maat aanbieden en de effectiviteit verder verbeteren. Lees hier meer over ons cookiebeleid.

Terug naar vorige